woensdag 31 oktober 2018

Brilsmurf gaat naar het Sint-Pauluscollege

Na de lagere school, het zesde leerjaar bij Meester Gobert en de kantonale examens was het tijd voor de grote stap naar het middelbaar. In Wevelgem was de keuze eenvoudig, ofwel ging je naar het college ofwel ging je naar het college. Enkelingen trokken ook naar de vakschool in Menen. En dus ging ik naar….het college.
Het gebouw van het Sint-Pauluscollege was nog een overblijfsel van de expo 58.

Op de website van de gemeente Wevelgem lees je hierover : “Het gebouw in de Deken Jonckheerestraat is het paviljoen van Joegoeslavië van de Expo '58 in Brussel. Na afloop van de wereldtentoonstelling werd het gebouw aangekocht, ontmanteld en in zijn oorspronkelijke staat opgetrokken in Wevelgem om als schoolgebouw te dienen. Het is één van de weinige herinneringen aan Expo '58.
Het gebouw werd ontworpen door Vjenceslav Richter uit Kroatië en is een typische exponent van de expostijl. Metaal, glas en beton vormen de belangrijkste materialen. De architect zocht naar openheid en helderheid, verticale en horizontale lijnen worden gebroken door een gebogen lijn in de koepel. De trappen zijn breed en open en geven het zonlicht vrij spel doorheen de ruime hal.”

Wellicht niet vanaf de eerste dag maar toch vele keren stopte ik om aan te bellen bij Johan Boury, zoon van Juwelen Boury gelegen in de Roeselarestraat aan den travère (spoorweg). We zaten nochtans niet in dezelfde klas want Johan was een kei en zal wellicht het Latijnse gevolgd hebben. Inmiddels is hij diensthoofd Orthopedie-Traumatologie aan het Jan Ypermanziekenhuis te Ieper.
In tegenstelling tot (toen nog niet maar inmiddels tientallen jaren) mijn beste vriend Rik Verhulst (uit de Brouwerijstraat) deed ik geen voorbereidend jaar maar kwam ik direct terecht in de zesde Moderne met als jonge klastitularis Piet Hardeman. 

Hij gaf Nederlands en wellicht nog iets anders. Later zou hij zich vooral gaan inzetten als groene jongen, deed me dunkt ook een periode aan politiek en is wellicht nog een zeer gerespecteerd natuurgids woonachtig in Westouter. Even googelen op zijn naam maakt je beslist wijzer over zijn vele talenten. Wie mijn medestudenten waren kan ik mij (ook) niet meer herinneren maar in elk geval waren er een paar bij van over de Leiebrug ofte Lauwe. Wevelgem en Lauwe leefden, zeker op voetbalgebied, op gespannen voet en bovendien was het ‘not done’ dat een Wevelgemnaar en een Lauwenaar ‘verkering’ hadden. Daar zou later verandering in komen.

Het terreurvak Wiskunde was een kolfje naar de hand van André Huys waarover neef Arnold reeds schreef in zijn blog. 
André Huys was ook een gevreesd subregent die kwistig met de strafbladzijden zwaaide steeds in veelvouden van vijf. Indien je cursus bovendien niet proper en net ingevuld werd riskeerde je dat deze dan als een vliegende schotel door de studie vloog waarbij je naarstig mocht beginnen rapen. Zijn cursus was een samenstelling van papieren die uitgespuwd werden door het toen in zwang zijnde ‘stencilapparaat’.

Godsdienst kregen we vanzelfsprekend van E.H. Georges Dujardin. Inmiddels is mijn respect voor Georges door de jaren heen alleen maar gegroeid want we brachten vele uren met elkaar door bij Oranje, in de KSA, Op Tijlkampen in De Panne en in zijn VW minibus op weg naar onze volgende basketbalmatch. Maar van dat eerste jaar herinner ik mij, naast de verplichte biecht, enkel nog het verhaal van Swimmy….het kleine zwarte visje : https://www.youtube.com/watch?v=PpOwxHJN90I
En ook dat de examens van Georges geen lachertje waren ! We vroegen ons bij sommige vragen af in welke les we dit gezien hadden ? De remedie was dan zoveel mogelijk opschrijven dat er misschien in de verte iets mee te maken had en hopen op de clementie van Georges.
Om zijn geboortedatum te kennen had hij een ezelbruggetje 4 X 9 = 36    hij werd inderdaad geboren op 4 september 1936 en is nu hulppriester in Langemark-Poelkapelle.

Voor tekenen was er Johan ‘rolmops’ Hubrecht en voor muziek Lucien Herman maar daar stoppen de herinneringen qua leraren. In de les muziek moest iedereen leren blokfluit spelen ‘daar zat een sneeuwwit vogeltje….  Mi la sol la si do do si…’. Op één uitzondering na kwam iedereen geregeld aan bod in de lessen. En die uitzondering was ikzelf want Lucien woonde voor onze deur, wist dat ik muziekles volgde en dwarsfluit speelde. Ik moest dat jaar dus éénmaal per trimester mijn instrument meebrengen naar de les, als formaliteit in aireltje spelen om de volle buit van 10 op 10 binnen te kapen.

De vijfdes werden afgewerkt met als klastitularis Eric Monteyne die ondermeer fysica (?) en chemie gaf. Met verbazing keken we naar vloeistoffen die gemengd werden, reageerbuizen, bunsenbrander…. Dat jaar kende ook nog twee markante gebeurtenissen, enerzijds het bijhouden van de schriften voor onze zieke klasmakker Ivan Vanhauwaert waarover ik reeds eerder schreef. Anderzijds mijn eerste deelname aan een betoging, waartegen of waarvoor weet ik zelfs begot niet meer maar we trokken te voet naar Menen, ondanks het verbod van de Directie. Dat die betoging nog steeds in mijn geheugen geprent staat komt vooral omdat Dhr Monteyne toch les gaf aan de twee niet-betogende leerlingen en er ‘toevallig’ in slaagde om gedurende het examen een vraag te stellen over de materie die gedurende die les aan bod was gekomen.

Nederlands en Engels werden gegeven door Roland Ghillemyn uit Moorsele. Ik denk zelfs dat ik bij hem mijn eerste mondelinge examen kreeg. Roland zou later, tezamen met zijn vrouw Yvette, gedurende meerdere jaren een levens- en richtingbepalend figuur worden in mijn leven door onze samenwerking in Oranje en Tijl. Daar ben ik hen nog steeds zeer dankbaar voor.

Het Sint-Pauluscollege was een zeer sportieve school en deed het prima in de schoolcompetities. Dat zal een deel te danken zijn aan de inzet van sportleraar Rudi(ger) Verschoore beter gekend als ‘Tarzan’. Hij had in dat jaar of was het een jaar later een subliem systeem om zijn punten toe te kennen. Je moest een lijst invullen met je sportieve prestaties in diverse onderdelen (atletiek, zwemmen, handbal, basket…) maar door het feit dat ik het jaar voordien was beginnen basketten en we toen los kampioen speelden kreeg ik voor sport alle punten, 100 % net zoals Jan Vanwolleghem, Dirk Demeyere, Stefaan Renard…enz.
Het tweede semester werd echter voor Wiskunde een dikke buis, de vlinders in de buik voor mijn eerste (niet bereikbare vlam) waren te groot en de aandacht voor sinussen en cosinussen of waren het vergelijkingen met onbekenden leed eronder. Dat werd dus bijles maar in semester drie stond gelukkig logica op het leerplan en dat lag me blijkbaar beter.

In de vijfdes kon je ook dactylo volgen en moest er thuis dus een tikmachine gekocht worden, het werd een Olympia en dus konden we op de stem van Georges Dujardin tikken van ‘J K L M Q S D F’. Om het spieken te beletten werd er een karton boven onze handen geplaatst.
Het verbaast mij dat er van de vierdes geen herinneringen overblijven tenzij inderdaad de studie bij Miele Verstraete en de proclamatie door de directeur van het Sint-Aloysiuscollege E.H. Declercq, gekend als ‘chicon’.

Flarden over de drie jaren heen heb ik nog wel met het verkopen van lotjes voor de tombola van ‘Domus Dei’, het feit dat er plots op zaterdagvoormiddag geen school meer was, retraites (joepie want geen les), geschiedenis van Dhr Duhamel, muziek van Georges Staelens, Norbert Moreel voor Wiskunde en Tarzan die aan polstokspringen deed aan de verspringbak.


"This is not soccer"....een ode aan de meest faire contactsport ter wereld

Mijn liefde voor het rugby heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken en nog steeds sta ik 200% achter de quote die als titel staat boven...