donderdag 19 april 2018

Brilsmurf meets Tine Thing Helseth

Met het internet gaat er toch een hele wereld voor iedereen open. Getuige hiervan is reeds dit blog. Maar nog meer ben ik verzot op Youtube. Af en toe hang ik zo een avondje rond op Youtube en hop van het ene naar het andere. En dan ontdek je echt pareltjes zoals Hatikvah, het volkslied van Israël, wat 'hoop' betekent. Via deze link https://www.youtube.com/watch?v=lMwSlp7I7IQ krijg je het lied te zien en te horen. Wat mij in deze versie vooral frappeerde waren de mensen : oud en jong, mannen en vrouwen, militairen, oudstrijders van wellicht de zesdaagse oorlog in 67 en de passie waarmee ze dit lied zongen.

Maar er zijn ook ontmoetingen die een nog groter impact hebben en dat kan ik wel zeggen toen ik enkele weken geleden via weer één of andere bizarre omweg Tine Thing Helseth tegenkwam.
Wie mij kent weet dat ik een absolute voorkeur heb voor blond haar, dames uit Scandinavië (waaronder nog steeds Agnetha Fältskog, beter gekende als de blonde van ABBA). Mevrouw Helseth  werd geboren in het jaar dat het inmiddels in vergane glorie zwelgende Eurosongfestival doorging te Brussel (met dank aan Sandra Kim) en Johnny Logan met 'Hold me now' de eerste artiest was om dit muziekfeest voor de tweede maal te winnen. We spreken over het jaar des Heren 1987. Uiteraard vielen de blonde haren op en lelijk om naar te kijken is ze ook niet. Maar nu ken ik door mijn opvoeding, bij de D'haentjes speelden we allemaal een muziekinstrument, wel het een en ander van muziek. En dus was het instrument dat ze vasthield me zeker niet onbekend want ons vader speelde trompet voor hij, door een nieuw gebit, moest overschakelen naar de tuba, het instrument dat ook peter Nestje meester was.

Kenners zullen bij de trompet natuurlijk direct denken aan de allergrootste, de Eddy Merckx onder de trompettisten : Maurice André. Maar Tine Thing Helseth kent er ook wel wat van. Ik denk dat het eerste filmpje dat ik aanklikte Libertango was : https://www.youtube.com/watch?v=h8cNnxLsvdk 
Ongetwijfeld zul je naast het virtuoze spel van deze Noorse bemerken dat het orkest volledig bestaat uit dames inclusief een pittige dirigente die met passie en zwier de muziek van Astor Piazolla tot leven brengt. Concentreer je bij een tweede of derde keer eens op de dirigente, de moeite waard !
Maar terug naar Tine Thing : weliswaar niet vlekkeloos want op de veertigste seconde van minuut twee even een slordigheidje. Maar de meest technische passage van minuut drie tot seconde 35 van diezelfde minuut gaat erdoor als boter, zonder schijnbaar een inspanning te doen. Als je dit vergelijkt met Alison Balsom merk je bij deze Britse veel meer sterallures, een meer agressieve toon en dat ze de moeilijkste passage niet herneemt (3'45 tot 3'57) weliswaar een hoger tempo aanhoudt maar minder zuiver en zeker het verschil in articulatie van de noten is duidelijk hoorbaar : https://www.youtube.com/watch?v=tiMD7FdhbPo


Aangetrokken door van alles ga je dan verder grasduinen in wat Youtube over Tine Thing Helste nog kan tevoorschijn toveren. En plots is het daar ..... dat wat je achterover doet slaan, waar je even niet goed van bent : twee minuten negentien seconden wonder waarin Tine Thing amper één minuut zevenentwintig speelt, maar hoe !! De trompet die ze bespeelt is een trompet in C of in ut./do In de orkesten, harmonie en fanfares in België wordt meer de trompet in Bb bespeeld. Deze heeft echter een minder heldere klank omdat de totale buislengte van het instrument zowat 30 cm langer . De trompet in C vind je meer in Nederland en zeker ook in Engeland bij de Brassbands en je hoort ook duidelijk dat de tonaliteit in dit lied vaak naar neigt naar Brassband. Laat je betoveren en luister nu naar  : https://www.youtube.com/watch?v=88fE_ol0xdw 

Oorspronkelijk werd deze muziek (Zdes' khorosho) geschreven door Rachmaninof als een lied voor stem en piano. Hieronder de link naar de Engelse vertaling waarin de schoonheid en rust van de plek bezongen wordt :
https://lyricstranslate.com/nl/zdes-khorosho-how-fair-place.html#ixzz5D9BvZJjD

Tine Thing Helseth produceert hier niet alleen een wondermooi, passende, ingetogen maar toch heldere toon. Op haar lange noten van een korte of lange zin doseert ze haar vibrato fijngevoelig en beperkt deze tot de laatste twintig procent van de noot zodat het nooit storend overkomt. Ik hou immers niet van die overdreven vibrato's. Een lichte crescendo van 00'45 wordt vergezeld van een korte amper merkbare ritmeverhoging om dan weer op de minuut beheerst neergezet te worden. Ook haar bindingen zijn perfect en vanaf 1'01 horen we weer een crescendo van orkest en soliste naar 1'11 waar de perfecte hoogste noot moeiteloos gehaald wordt om op een fluweelzacht presenteerblad neergeplaatst wordt. Bij zoveel schoonheid vergeten we zelfs te ademen. Het orkest neemt ons in de rest van de muziek mee. Op 1'40 horen we de warme diepe klant van de cor anglais of engelse hoorn (kun je best vergelijken met een groot uitgevallen hobo) die in beeld gebracht wordt op 1'50. De strijker sluiten af en aarzelend kijken we om ons heen om te zien indien niemand getuige was van onze ontroering. 

Deze muziek is helaas niet op i-tunes te vinden. 
Nog één goede raad wanneer je de magie van deze Noorse godin niet wilt verliezen : luister niet naar haar recente opnames waar ze pogingen doet om te zingen. Ook hier zeggen : schoenmaker blijf bij je leest ofte Tine blijf bij je trompet.
met genegen groeten van Brilsmurf

zaterdag 7 april 2018

Brilsmurf gaat naar de KSA (deel 2 - de shows)

Beroepshalve werkt Brilsmurf sinds 1 november 1979 voor wat nu AG Insurance heet. In die periode was ik tot 1 april 1995 ook echt met het beheer van verzekeringsproducten bezig. Maar door mijn vertrek in 95 naar de dienst Opleiding te Brussel voor een coördinerende taak kwam daar een einde aan. Dit betekende ook de start van een nieuw hoofdstuk waarbij mijn KSA-verleden een enorme ondersteuning bood.

Bij KSA De Vlasbloem Wevelgem werd jaarlijks (tezamen met de VKSJ) een, laat ons het simpel houden, ouderavond gehouden. Alleen stond die op alle domeinen op een veel hoger niveau dan de meeste ouderavonden en reeds heel snel werd er komaf gemaakt met 'gordijn open en gordijn dicht'; Het was zelfs een echte show waarvan ik denk dat deze in de beginjaren de S-Show genoemd werd wat wellicht stond voor Studenten-show. Deze shows gingen traditiegetrouw door in de meisjesschool Maria-Onbevlekt omdat er daar een turnzaal was met podium. De shows werden ook gevolgd door het grootste 'bal' van het jaar. Voor niet ingewijden : een 'bal' was toen de naam wat later T.D., fuif of party werd.
Om de winst te maximaliseren zorgden we voor een 'Patershoek' waar speciale bieren geserveerd werden met kaas erbij, verkochten we ook hotdogs met zeer straffe mosterd want van die mosterd kregen de mensen dorst en zo verkochten we ook meer drank, we bakten zelf wafels aan een te verwaarlozen kostprijs en puurden ook daar winst uit.
Gedurende enkele jaren kregen we ook motorbendes op bezoek tijdens jet bal. Ook dit moeten we met de nodige omzichtigheid aanpakken.
Van een goede leerschool gesproken !
De winst werd verdeeld tussen KSA en VKSJ en we konden er onze jaarwerking mee bekostigen. Ooit was ik een jaar verantwoordelijk voor de centen en liep ik 's nacht met de inkomsten van die avond van de Schoolstraat naar de Nieuwstraat. Op mijn gemak was ik zeker niet en als je me een bedrag vraagt van de inkomsten, op gevaar af van overdrijving, dan spreken we over 200.000 a 300.000 BEF. Als winst denk ik aan 70.000 BEF, allemaal in het perspectief van de periode 1970-80. Als je met de index rekening houdt dan is de waarde van die 70.000 BEF nu zeker drie keer meer waard.

Tijdens die S-shows was er zelfs een gastoptreden van artiesten en onder meer de toen bekende Gerard Vermeersch en mogelijke ook Jef Burm (?). Gerard Vermeersch was toen wereldbekend in Vlaanderen met ondermeer zijn sketch over 'Avelgem' en de Kwaremont die open ligt. Ook zijn spreuk 'kheb schone beesten en mijn vrouw is ook thuis' passeert af en toe nog eens de revue. Hieronder dan ook links om in wat nostalgie te verzwelgen :
Avelgem
https://www.youtube.com/watch?v=UhD65KRtdQQ 
en het sprookje van weeuwsnitje en de zweven bergen
https://www.youtube.com/watch?v=QeFZHzk4xrA

Na vijf jaar S-shows wijzigde de naam in Karnavalshow omdat de show onder meer doorging in de maand februari gedurende het Krokusverlof, de Karnavalperiode. En dan merk je wat nu door evenementenkantoren nog altijd als 'vernieuwend' voorgesteld wordt in feite oude wijn in nieuwe zakken is. Vandaag stellen ze voor bij een presentatie de overgangen tussen de sprekers te laten gebeuren door een pianist, een harpist, een big band, een vioolkwartet en wat je maar kunt bedenken. Maar bij KSA en VKSJ hadden we toen al (de jaren 70 !) als volwaardig deel van de show het Sylvester Sound Quintet met onder andere Georges Staelens van wie ik later in het Sint-Pauluscollege nog muziek kreeg. Via neef Arnold ontdekte ik dat Georges nog op de lijst van de CVP kwam voor de gemeenteraadsverkiezingen. Van het Sylvester Soundkwintet is er op het internet geen spoor te vinden.


In de Karnavalshows kon het bekende lied van Marc Dex 'O Clown' niet ontbreken en Jan Nuytten (begenadigd toneelspeler) bracht het visueel op scène.
https://www.youtube.com/watch?v=BBVOH1K7K_0 


Nog wat oude wijn in nieuwe zakken ? Dan denk ik aan wat nu Belgium's got talent of the voice heet. Toen deden we al, met pré-selecties, een 'ontdek de ster'-wedstrijd waarvan de beste dan in de
Karnavalshow. Op één ervan ontdekte ik dat mijn neef Johan Seynnaeve een begenadigd gitarist was. Zelf deed ik er ooit een imitatie van Urbanus van Anus waarvan gelukkig geen sporen meer te vinden zijn (hoop ik toch)!

Een mooie herinnering heb ik nog aan Roy Black und Anita waarbij voor het eerst de geheime vlam oversloeg naar iemand van het andere geslacht. Om begrijpelijke redenen passeerde ik nadien geregeld in de Goudbergstraat. Ik kon slechts beamen wat er gezongen werd : 'Schön wist es, aug der Welt zu sein'.
https://www.youtube.com/watch?v=k0cXrif6OQQ 



Ook toen al werkten we met een rode draad in de shows. Zo draaide het in één ervan volledig rond natuurbehoud met onder meer : 'laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is..' Louis Neefs.

Gedurende mijn eerste KSA-jaren deed ik enkel mee in bepaalde nummers maar eens ik vanaf mijn jong-hernieuwersperiode ook deel uitmaakte van de vlaggezwaaigroep (waarover later meer) werd ik nauwer en nauwer betrokken bij het volledige ontwikkelings- en organisatieproces. Ik leerde affiches en kaarten maken via zeefdruk. De eerste brainstormings rond de nieuwe show gingen van start 5 a 6 maanden op voorhand. Nummers en acts werden ontworpen, ik leerde omgaan met de beperkingen van een budget. En toen, eens alles in vorm gegoten was, deden we op een zondag enkele weken op voorhand ook de montage van de showgeluidstape.


Die geluidsopnames waren altijd een spannende gebeurtenis ten huize van Pol Dekyvere in de Artoisstraat. Voor de platendraaier werd een nieuwe naald voorzien, de bandopnemer was een TEAC en ook de opnametape was zo goed als we deze konden betalen. Een volledig nummer opnemen was niet zo moeilijk maar alleen was de LP soms van minder goede kwaliteit en kraakte het wat. Daar leerde ik dat je dan best de plaat wat nat maakt zodat de naald makkelijk door de groeven glijdt en er minder kraking is. Maar de meest stressvolle momenten (het woord stress was toen wel nog niet uitgevonden) waren de montages van diverse geluidsfragmenten binnen één nummer.
Finaal kwamen we er steeds uit, ook toen we zelfs spraakmomenten via de micro moesten opnemen.

De shows kenden een nieuwe boost vanaf nummer 12 onder grote impuls van Dirk Dekyvere, dit werd  de 'Regenboogshow' waarbij elk nummer een link had met een kleur uit de regenboog. De techneut van de familie Dekyvere, Rik Dekyvere, zorgde voor het decor met onder meer een echte fontein in de zaal waarbij door belichting van de spots een echte regenboog kon gezien worden. Het podium kreeg ook meerdere niveau's en Dirk (pas getrouwd met Gerda Santy) trok zijn trouwpak aan om als een echte Luc Appermont, Tony Corsari de show te presenteren. In de zaal zelf werd ook een tribune opgetrokken om het zicht van de achterste rijen te verbeteren want door de jaren heen was de show uitverkocht zodat we hem zelfs twee keren deden. Vandaag voorzien we met AG Insurance in 'platte' zalen nog steeds een tribune voor de genodigden. Nadien kenden we ook nog shows onder de titel 'Music Maestro' en 'Morgen misschien ?' waarbij we de futuristische toer op gingen.

Foto 1 toont het optreden van onze vlaggezwaaigroep op het huwelijk van Dirk en Gerda, wellicht was dit het eerste pianoconcerto van Tsjaikovski dat we speciaal gecreëerd hadden.
Van links naar rechts : Erik Vanhauwaert, ?, Brilsmurf, Jan Dekyvere, Dirk Verbeke (met de scheve roos), Ivo Poppe, Rik Dekyvere en Francis Chanteloup

Foto 2 is het finalenummer uit de Regenboogshow, in het geel herken ik nog Philippe Vanhuyse en Jan Demotte, wat meer naar links in het rood met het haar in carré wellicht Colette Defraeye ?

Foto's 3, 4 en 5 komen uit Music Maestro met Rik Behangsel in het geel borst vooruit, Jan Hespel met de hand op het hart, en Marc Vanhauwaert in het blauw. Wellicht iets charlestonachtig met X Sinnesael, Filip Desmet (?) uit de Weggevoerdenlaan, Wim Hespel, Jan Demotte en (Philippe ? ) Vens. Laatste foto met onherkenbare gezichten maar ik gok op Frederik 'Frikke' Naessens en Eric Dobbelaere.



Foto 6 uit 'Morgen misschien ?' met in het midden Rik Dekyvere.



En na enkele intense voorbereidingsweken, geen tijd om te studeren, maakten we ook kennis met de grote leegte. De maandag werd nog met man en macht afgebroken en gepoetst. Brilsmurf leerde er toen te dweilen. We luisterden ondertussen naar de showtape en toen ging de sleutel in het slot en werd de deur van de meisjesschool voorgoed achter ons dicht getrokken tot het volgende jaar. Weg was de adrenaline en de dagen daaropvolgend was het opnieuw zoeken naar je plaats in de echte wereld. Een gevoel dat ik nog steeds ken na een intense periode zoals de maand december met de roadshows van AG Insurance, grote events of buitenlandse opdrachten waarbij je je volledige focus op één iets legt.

Wie mij foto's kan bezorgen van de shows zal ik zeer dankbaar zijn en graag delen met iedereen.






dinsdag 13 maart 2018

Brilsmurf gaat naar de KSA (deel 1)

Lang geleden, toen de dieren net gestopt waren met spreken, was Brilsmurf 11 a 12 jaar.
Exact weet ik het niet meer maar het moet wellicht na het zesde leerjaar geweest zijn. Op aangeven van mijn neef, Rik Masselis (wiens broer Marc later de directeur zou worden van het Wevelgemse zwembad en andere sportinfrastructuur), ging ik op zaterdagnamiddag voor het eerst naar de KSA. Dat deze stap mijn leven zou veranderen besefte ik toen niet, maar nu nog steeds des te meer. In mijn professionele leven pas ik nog dagelijks toe wat ik in de KSA geleerd heb. Ik bleef actief tot de dag voor mijn huwelijk en werd onder meer bondsleider, gewestleider en ook provinciaal was ik actief binnen de hernieuwerswerking.

Met veel plezier volg ik nog steeds KSA De Vlasbloem Wevelgem op https://www.ksawevelgem.be

Ik herinner me nog van die eerste vergadering dat het een vierluik was en maakte er kennis met bolleke pijl, morsecode, sjorren en nog andere vaardigheden. Morse is een beetje zoals zwemmen en fietsen, je vergeet nooit atoom, bokkenwagen, colacola, dokwerker, eend, fruitverkoper.... de lettergrepen met een 'o' betekenen een streepje, zonder een 'o' een bolletje   dus is atoom voor de letter a gelijk aan kort-lang.

Meteen was ik verkocht en mijn ouders kochten, na bezoek van Proost Jozef Debaere en de leiding, een uniform met blauw hemd en oranje das. En dus ging ik vanaf dan naar de vergaderingen van de knapen van KSA De Vlasbloem.

Logisch dat ik in het vendel terecht kwam van neef Rik die koppel vormde met Erik Vanhauwaert. De vendelnaam getuigde van weinig inspiratie en originaliteit maar dat speelde eigenlijk geen rol : de Rikkies.



Mijn eerste kamp ging al snel naar Heppen. Gezien ik toen het fietsrijden nog niet beheerste mocht ik op dat kamp de fietsuitstappen meemaken op de passagiersplaats van proost Paul Vanhalst (overleden in 2014), beter gekend als Paul Saucisse. Het waren nog tempore non suspect.

Indien mijn geheugen me niet in de steek laat had ik als leiders Jan Nuytten, Godfried Bosmans  (?)(beenhouwerij in de Gullegemstraat net over de Roterijstraat ?), wijlen Luc Duthoo (van de drukkerij uit de Lode de Boninghestraat), Jacques Josson (hij studeerde voor geneesheer maar was toen ook voetbalkeeper bij Gullegem of Moorsele).
Correctie : op aangeven van neef Arnold die de familienaam van Godfried wel kende moet ik die inderdaad corrigeren naar Godfried Stragier. Volgens mij speelde hij zelfs piccolo terwijl Luc Duthoo bugel speelde, maar Luc had duidelijk andere talenten dan muziek.

Kamp nummer twee met de knapen ging naar Rotem. Dit was ook het laatste kamp dat onze vriend Ivan Vanhauwaert meemaakte. Van Ivan vond ik nog een klasfoto terug uit het vierde leerjaar, hij staat op de bovenste rij als derde van rechts. Ikzelf sta op de voorste rij de vierde van links met bril, tussen Lorenzo Locke en Filip Vanlede (in dat vierde leerjaar kregen we een stagiair die luisterde naar de naam Luc Cappelle, vader van Wannes Cappelle de frontman van het zesde metaal).
Op dat kamp in Rotem werden we voor het eerst geconfronteerd met de ziekte die Ivan een tijd later fataal zou worden. Hij werd geopereerd aan het hoofd in Kortrijk in de Loofstraat, ik ging hem nog bezoeken en het beeld dat ik zag staat me nog altijd bij. Op school in het tweede middelbaar met als klastitularis Mijnheer Monteyne uit Lauwe hielden we zijn notities bij. Maar Ivan kwam niet meer terug en met de KSA droegen we, door de straten van Wevelgem vanaf zijn woonplaats in de Kijkuitstraat, zijn kist op onze schouders naar de kerk in het centrum en vervolgens naar het kerkhof. Ivan's broer, Luc, kwam later bij Radio 2 terecht waarvoor hij nog altijd reportages maakt.

In een volgend blog gaat het wellicht over vlaggenzwaaien en de KSA-shows.
  





vrijdag 9 februari 2018

Schtroumpf à lunettes....comme ils disent


Voor mijn vele franstalige collega's : Liliane, Christiane, Patricia, Dominique, Natacha, Christian, Céline, Geoffrey, Nicolas et bien d'autres.

Als kleine jongen moest ik soms op zolder door het kleine dakraampje kruipen op het kleine platform aan de achterzijde van ons huis. Een ijzingwekkende diepte lag dan voor mij. Maar in het midden stond enerzijds het object dat de reden was van deze beproeving maar anderzijds ook mijn houvast : onze TV-antenne !
Om de zoveel tijd was het weer van dat, het TV-signaal ontdoen van witte ruis en storingen door te draaien aan dat ding na wat hevige wind. "neen", "nog een beetje" "te veel".....dat was de codetaal die gebruikt werd.

We hadden brussels vlaams, brussel frans, frankrijk 1, 2 en 3 en ook nog nederland 1 en 2. Brussel Vlaams met nonkel Bob, Johan en de Alverman, Canzonissima, Wachtwoord, van Pool tot Evenaar, spel zonder grenzen... Nederland met de Berend Boudewijnkwis al kan dit ook al wat later geweest zijn. Maar geboren en wonende in Wevelgem aan de Schreve (de Franse grens) stond de TV geregeld op één van de Frankrijks. L'école des fans met Jacques martin op zondagnamiddag was één van de wekelijkse afspraken. Blokken avant-la-lettre met "des chiffres et de lettres"."Le compte est bon" en ook Maître Capello.



Nana Mouskiri, Mireille Mathieu, Line Renaud, Moustaki, Dalida, Vicky Leandros, Joe Dassin en noem ze maar op, de sterren van het Franse chanson. Toen was er nog geen snooker, darts, american football...in ons leven en keken we dus naar het rugby of de paardenrennen met de commentaar van Léon Zitrone.


Daar werden wellicht de eerste zaadjes geplant voor de waardering van het frans als taal.

Omstandigheden hebben in de hand gewerkt dat mijn kennis van de taal van Macron op een mooi niveau staat. Een groot gedeelte van mijn legerdienst bij een eentalige luitenant, makelaars uit Ronse en omstreken. Maar de grote stap voorwaarts kwam er in elk geval met de professionele verhuis naar Brussel. En na meer dan twintig jaar denk je niet langer in het nederlands maar ook in het frans, je vertaalt je zinnen niet meer maar je spreekt ze uit. Taalkennis blijft nog steeds een troef.

Gecombineerd met mijn liefde voor muziek komen we finaal uit bij het franse chanson. Hoewel mijn all-time favourite een nederlandstalig lied is (verloren hart, verloren droom van Johnny White : klik hier) en ik dankzij het onvolprezen programma 'radio gaga' mijn actuele nummer één leerde kennen (mag ik dan bij jou van Claudia de Breij : klik hier) staan er heel wat gekende maar ook ongekende pareltjes in het Molières in mijn top X. Gekende performers als Maurane, Patricia Kaas, Julien Clerc, Lara Fabian, uiteraard Johnny...enz  maar ook mindere grote goden en godinnen als Chimène Badi, Patrick Fiori, Garou of de te vroeg overleden Gregory Lemarchal. Af en toe kun je door zinnen uit hun liedjes te citeren collega's van onder de taalgrens van verbazing doen achterover slaan.


De meester blijft uiteraard ene Jacques Brel, le grand Jacques, maar hoewel blijkbaar een chagrijnig ventje ben ik grote fan van de in Armenië geboren Charles Aznavour waarvan ik een pareltje wil delen. Niet zijn "she", "mes emmerdes" of "la mama" maar wel "comme als disent".
In eerste instantie ontdek je een lied met een vocabulaire om lyrisch van te worden, maar weet dat Aznavour dit lied schreef begin zeventiger jaren geïnspireerd door zijn secretaris/chauffeur. Als eerste zong hij openlijk over homoseksualiteit : "je suis un homo comme als disent." 

Om de lezer de moeite te besparen hieronder de link naar het lied en de volledige tekst waarbij ik enkele favoriete passages aangestipt heb. 

J’habite seul avec maman 
Dans un très vieil appartement 
Rue Sarasate 
J’ai pour me tenir compagnie 
Une tortue, deux canaris 
Et une chatte 
Pour laisser maman reposer 
Très souvent je fais le marché 
Et la cuisine 
Je range, je lave, j’essuie 
A l’occasion je pique aussi 
A la machine 
Le travail ne me fait pas peur 
Je suis un peu décorateur 
Un peu styliste 
Mais mon vrai métier, c’est la nuit 
Que je l’exerce, travesti 
Je suis artiste 
J'ai un numéro très spécial 
Qui finit en nu intégral 
Après strip-tease 
Et dans la salle je vois que 
Les mâles n’en croient pas leurs yeux 
Je suis un homme, oh ! 
Comme ils disent 

Vers les trois heures du matin 
On va manger entre copains 
De tous les sexes 
Dans un quelconque bar-tabac 
Et là, on s’en donne à cœur joie 
Et sans complexe 
On déballe des vérités 
Sur des gens qu’on a dans le nez 
On les lapide 
Mais on le fait avec humour 
Enrobé dans des calembours 
Mouillés d’acide 

On rencontre des attardés 
Qui pour épater leur tablée 
Marchent et ondulent 
Singeant ce qu’ils croient être nous 
Et se couvrent les pauvres fous 
De ridicule 
Ca gesticule et parle fort 
Ca joue les divas, les ténors 
De la bêtise 
Moi les lazzis, les quolibets 
Me laissent froid puisque c’est vrai 

Je suis un homo 
Comme ils disent 

A l’heure ou naît un jour nouveau Je rentre retrouver mon lot 
De solitude 
J’ôte mes cils et mes cheveux 
Comme un pauvre clown malheureux 
De lassitude 
Je me couche mais ne dors pas 
Je pense à mes amours sans joie 
Si dérisoires 
A ce garçon beau comme un dieu 
Qui sans rien faire a mis le feu 
A ma mémoire 
Ma bouche n’osera jamais 
Lui avouer mon doux secret 
Mon tendre drame 
Car l’objet de tous mes tourments 
Passe le plus clair de son temps 
Aux lits des femmes 

Nul n’a le droit en vérité 
De me blâmer, de me juger 
Et je précise 
Que c’est bien la nature qui 
Est seule responsable si 
Je suis un homo 
Comme ils disent



zondag 24 december 2017

Van Popol tot Brilsmurf of de wedstrijdverslaggeving van volleybalclub Knack Roeselare (deel 3 - slot)


Hoe Brilsmurf het leven zag vind ik zelf nog altijd een leuk verhaal om te vertellen. 

3 - 1


Op 6 februari 2016 versloeg Knack aartsrivaal Noliko Maaseik met 3-1. 
Ons wedstrijdverhaal (met als titel "Smurfen 3 - Vlaaien 1) schoot blijkbaar in het verkeerde keelgat bij de tegenstander want in hun samenvatting konden we lezen, ik citeer ‘De analyse van deze match met het kleine lichtpuntje kunnen we heus zelf wel maken. Daarvoor kunnen we de belerende raad van een brilsmurf met opgestoken wijsvinger of met irritant haantjesgedrag, best wel missen …’. En hoe kun je daarop beter reageren door juist een dergelijke geuzennaam, gegeven door een concurrent, als eretitel te dragen. Met dank dus aan hun Peppie en Kokkie, het olijke duo dat toen de verslaggeving voor zijn rekening nam. Inmiddels hebben ze wel met Bram Franssen, die een afzonderlijk blog verzorgt, aan kwaliteit bij gewonnen.
In een afzonderlijke post kan, wie wil, het bewuste wedstrijdverhaal nog eens (her)lezen, al zullen niet ingewijden er wellicht weinig van snappen. Zelf beleef ik er ook nog plezier aan en het illustreert op een correcte wijze de 'Brilsmurfstijl'.

En dus leeft tot op de dag van vandaag Brilsmurf verder en kreeg inmiddels een meer en meer dominante plaats. Op mijn Facebookpagina kun je er niet naast kijken, maar ook op mijn job wordt de naam Brilsmurf gebruikt wanneer er verwarring mogelijk is met een andere Paul (Lespineux).
Mijn abonnement staat niet op mijn persoonlijke naam maar wel op naam van....inderdaad....Brilsmurf.

Als uitsmijter nog wat bedenkingen, visies... die ik voor aanvang van dit seizoen neergeschreven had. Bepaalde zaken zijn inmiddels achterhaald en aan het feit dat ik nog over Antwerpen spreek (voor de niet-volleyliefhebber : ze gaven net voor de aanvang forfait voor dit seizoen) merk je effectief dat dit eind augustus geproduceerd werd.


1. Wellicht een gemeenschappelijke ergernis met vele liefhebbers is het feit dat er elk jaar wel spelregels worden aangepast. Ik herinner me bijvoorbeeld het miskleun van de 10 minuten break tussen set twee en drie. En zo kunnen we er nog een paar opnoemen. Maar daarbuiten stoort me vooral het proberen beïnvloeden van de scheidsrechters. Vroeger was dit iets waarop, in mijn ogen althans, Maaseik een patent had zowel door hun coach als door de spelers, wat gestructeerd ingebakken zat. Nu zie je het alsmaar meer. Als je er echt van overtuigd bent dat er een touché is of de bal binnen/buiten dan mag je terecht appeleren, maar in alle andere gevallen zwijg je als vermoord.

2. In grote lijnen mogen we eenzelfde competitieverloop verwachten met één belangrijk verschil en dat is dat Aalst zich niet langer als underdog mag profileren. In navolging van Knack trekken ze ook een stuk meer de Belgische kaart, een goede keuze zal blijken. Maar in het misschien laatste jaar met Frank Depestele zal daar de druk ook liggen om eindelijk eens de hegemonie te doorbreken. Ze kunnen er zich niet eeuwig over blijven praten en schrijven. Maaseik zorgt ook dit jaar voor aardig wat schrijfstof om de wedstrijdverslagen te bevoorraden. Ooit deed ik in 1978 mijn ‘drie dagen’ (toen al één dag) in het Klein Kasteeltje. Ik heb de indruk dat het inmiddels verplaatst is naar de Maaskanten om zijn huidige activiteiten verder te zetten.

3. Elk punt, elke wedstrijd, elke competitie moet gespeeld worden en dus zullen Menen, Antwerpen en ieder ander team zijn rol spelen. Menen is voor Knack altijd een kwaaie klant en bij Antwerpen is het een goeie zaak dat een vakman als Dardenne er ondanks alles aan het roer blijft. Kampioen worden wordt moeilijk voor hen, maar in een bekercompetitie is alles mogelijk.

4. Belangrijk figuren in elke wedstrijd zijn ook de scheidsrechters. Voor zover ik hierover kan oordelen denk ik dat we in België goede scheidsrechters hebben die deze aartsmoeilijke opdracht, zonder enige twijfel, 100 % integer uitvoeren. Dat ze soms fouten maken is eigenlijk niet meer dan logisch gezien de snelheid waarmee het spelletje gespeeld wordt. Ik geloof ook nogal sterk in de onzichtbare scheidsrechters, waarmee ik bedoel dat als we hen niet opmerken ze een prima job gedaan hebben. Lees je dus in een verslag niets over de mannen in het rood dan betekent dit in elk geval ‘well done’.
Hopelijk zullen we ook meer en meer een goedwerkend videochallengesysteem te zien krijgen om hen te assisteren, zeker ook in de finales van beker- en play-offs.

5. Over de ‘Bond’ ? Een politiek antwoord : "geen commentaar".


6. Hendrik Tuerlinckx ? Daarover iets zeggen is inderdaad een stuk makkelijker en minder tricky. Deze club heeft al vele grootheden gekend en het is onbegonnen werk om ze op te noemen of ze te vergelijken. Maar je kunt moeilijk ontkennen dat Straffen Hendrik in het rijtje van de allergrootsten past.  Hij heeft voor mij de klasse van een Contreras, de leidercapaciteiten van een Depestele, een ploegspeler als Benjamin Hardy en de grinta van… Hendrik Tuerlinckx. Ook beseft hij volgens mij ook wel dat hij kan schitteren bij gratie van zijn medespelers. Kort gezegd een echte leider die ten onrechte bestolen werd van een derde titel op rij als ‘speler van het jaar’ in 2015, wat ik voor mezelf nog altijd ‘de schande van Grimbergen’ noem.

7. Hoe ziet mijn slotpodium eruit ? Eerst en vooral ‘de vrijwilliger’ die voor enkele drankbonnen uren opoffert voor de club en zonder wie Knack Volley zelfs niet zou bestaan. Ten tweede ‘de supporter’ die als rode draad door de geschiedenis van deze club loopt en in feite de reden van bestaan weerspiegelt. Het klinkt misschien hard maar ‘spelers en coach zijn passanten (ook na 7 jaar en meer) maar de echte supporter blijft eeuwig bestaan’. En finaal ‘de sponsor’ al klinkt dit, zeker in het tennis soms wat melig, maar toch zo broodnodig.







"This is not soccer"....een ode aan de meest faire contactsport ter wereld

Mijn liefde voor het rugby heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken en nog steeds sta ik 200% achter de quote die als titel staat boven...